Het boek der Psalmen
By de Hervormde Kerk in gebruik:
Allen, volgens de gewoone zangwyzen op nieuw in dichtmaat gebracht
door een kunstgenootschap onder de zinspreuk
Laus Deo, Salus Populo

Dit is één van vele nieuwe berijmingen die in de achttiende eeuw de niet bijzonder geslaagde berijming van Datheen probeerden te vervangen. Veel psalmen zouden in de Staatsberijming van 1773 worden overgenomen (zie aldaar). Het ‘kunstgenootschap’ hield zich anoniem en had daar goede redenen voor: onder de deelnemers waren doopsgezinden, remonstranten en zelfs een vrouw. Zo’n honderd jaar bleef de samenstelling van Laus Deo geheim.

Herkomst van de tekst

De tekst heb ik ontleend aan deze druk by Pieter Meijer te Amsterdam in 1760. De spelling wijkt waar het het gebruik van apostrofs betreft licht (maar niet consequent) af.

Dichters

De gegevens in de onderstaande tabellen zijn ontleend aan Elly van Logchem, Lucretia van Merken (1721-1789) en het dichtgenootschap ‘Laus Deo, Salus Populo’ (Voortgang 6, 1985).

Lucretia van Merken dichtte de volgende psalmen: 1, 2, 6, 13, 15, 22, 23, 24, 31, 32, 38, 39, 42, 43, 51, 60, 63, 69, 71, 73, 77, 79, 81, 85, 87, 89, 90, 91, 102, 104, 107, 108, 121, 130, 132, 137, 143, 145 en 146. Nicolaas van Winter: 7, 14, 21, 27, 45, 47, 65, 66, 67, 68, 76, 80, 84, 92, 93, 110, 111, 116, 117, 118, 119 (maar zie hieronder), 126, 134, 136, 142 en 150. Harmanus Asschenberg: 9, 17, 26, 34, 41, 49, 56, 70, 95, 100, 101, 112, 122, 128 en 138. Bernardus de Bosch: 5, 12, 20, 27, 29, 37, 53, 59, 83, 133 en 149. Antony Hartsen: 8, 16, 25, 30, 40, 48, 54, 55, 62, 78, 86, 94, 120, 127, 135 en 144. Pieter Meijer: 75, 98, 114, 115, 125 en 141. Lucas Pater: 3, 4, 11, 19, 28, 33, 36, 52, 58, 74, 82, 97, 99, 103, 106, 124, 131, 140 en 148. Henri Roullaud: 10, 18, 35, 44, 46, 50, 57, 61, 64, 72, 88, 96, 105, 109, 113, 123, 129, 139 en 147.

Voor psalm 119 is ook het volgende lijstje bekend:

Dichters per psalm