Psalm 70
1.
Daal haastig ter verlossing neêr,
ô God! en red my uit gevaaren
En angsten, die myn ziel bezwaaren!
Spoed, spoed u my ter hulp, ô Heer!
Laat allen, die myn ziel belaagen,
Met schande en schaamte van my vliên!
Hen, die met lust myn rampen zien,
Toch nooit in hun begeerte slaagen!
2.
Laat allen, die, met schampren spot,
My hoonen, tergen en trotseeren,
Hunn’ schimp ten loon, te rugge keeren!
Vergaan op uw geducht gebod!
Laat hen, die zich tot u begeeven,
Hen, die uw heil beminnen, Heer!
Geduurig juichen tot uwe eer,
En zingen: God zy hoog verheven!
3.
Doch ik ben arm, elendig, naakt,
Behoeftig, vol van angst en schroomen:
Wil; myn Bevryder! spoedig komen!
Uw komst is ’t, die myn heil volmaakt.